Coumarine overbrugging (zie bijlage B)

U bevindt zich hier: Home | Werkafspraken | Transmurale afspraken | Coumarine overbrugging (zie bijlage B)

Coumarine overbrugging (zie bijlage B)

Informatieoverdracht bij patiënten waarbij peri-operatief antistolling overbrugd moet worden

Uitvoerder (specialist, huisarts, tandarts of anesthesioloog):
Informeert de TD een week voor de ingreep via een standaard ingrepenformulier (1) over:

  • Datum en type ingreep en of er overbrugging (zie onder) moet plaatsvinden;
  • Gewenste PT-INR of verwijst naar protocol TD;
  • Eventueel bekende risicofactoren voor verhoogd trombose- of bloedrisico;
  • Informeert de TD na de ingreep over eventuele complicaties (m.n. nabloedingen).

Bij een selecte groep van ingrepen bestaat geen klinisch significant bloedingsrisico; hierbij kan de antistolling in principe worden gecontinueerd. Bij een ingreep met een hoog / laag bloedingsrisico dient dit risico te worden afgewogen tegen de risico's op trombo-embolische complicaties welke afhankelijk zijn van de initiële indicatie van de antistolling, de duur van de onderbreking en de wijze van antistolling. Bij de afweging tussen de verschillende risico's kan worden besloten tot overbrugging van antistolling met LMWH conform de nieuwe richtlijn Antitrombotisch beleid 2016, zie ook bijlage B. Deze besluitvorming wordt genomen door degene die de ingreep verricht in samenspraak met de voorschrijver van de antistolling.

Communicatie bij wijzigingen in de medicatie

De uitvoerder:
De behandelend specialist, huisarts of anesthesioloog bepaalt of er overbrugging moet plaats vinden en geeft dit door aan de patiënt en de trombosedienst.

  • Datum en type ingreep;
  • Bepaalt soort LMWH en dosering;
  • Geeft patiënt recept voor LMWH;
  • Geeft nierfunctie patiënt door aan trombosedienst.

De trombosedienst:

  • Regelt stoppen VKA;
  • Regelt starten en stoppen LMWH volgens het beleid pre-operatieve screening volgens bijlage B;
  • Informeert de patiënt;
  • Indien patiënt een poliklinische- of tandheelkundige ingreep moet ondergaan en patiënt een hoog risico patiënt is, regelt de TD de overbrugging en licht de uitvoerder hierover in.

De huisarts:

  • Regelt zonodig ondersteuning door thuiszorg bij het spuiten van de LMWH.

De apotheker:

  • Handelt conform bewakingssignalen landelijke afspraken.

Communicatie bij wijzigingen in de toestand van de patiënt

De uitvoerder:

  • Regelt antistolling (LMWH en VKA) tijdens ziekenhuisopname;
  • Stuurt bij ontslag nieuw (her)aanmeldingsformulier naar TD;
  • Regelt dat patiënt na ontslag recept voor LMWH en/of VKA meekrijgt;
  • Regelt dat patiënt op de gewenste datum een PT-INR geprikt krijgt.

De trombosedienst:

  • Zet LMWH behandeling voort volgens protocol;
  • Geeft herhaalrecept desbetreffende LMWH indien gewenst.

De huisarts:

  • Regelt zonodig ondersteuning door thuiszorg bij het spuiten van de LMWH. 

(1) Formulieren zijn te downloaden via de website van de betreffende TD of op te vragen bij de TD van het St. Anna ziekenhuis, Elkerliek ziekenhuis of de TD regio Eindhoven (TDRE).