Controle

U bevindt zich hier: Home | Werkafspraken | Transmurale afspraken | Controle

Controle

Controlefrequentie
In het eerste jaar

  • Tijdens proefbehandeling of instelfase: tenminste elke 2-4 weken of eerder/frequenter afhankelijk van de ernst van de klachten;
  • Bij onderhoudsbehandeling met ICS:
    • Initieel: 1x per 3 maanden;
    • Indien doel van de behandeling is behaald, wordt de dosering ICS per 3 maanden geleidelijk verminderd;
    • Denk hierbij aan seizoensinvloeden;
    • Verminder ICS tot de laagst effectieve dosering;
    • Daarna 1x per 3-6 maanden controle;
    • Overweeg te stoppen met ICS.

Na het eerste jaar

  • Intermitterend astma: 1x per 3-6 maanden controle met evaluatie van de klachten (bij meer dan 2 keer per week klachten) en het medicatiebeleid (meer dan 2 keer per week β-2- mimetica toediening) en/of bij herhaalprescriptie;
  • Overweeg gebruik Astma Controle Test (ACT) of Astma Control Questionnaire ACQ (zie toelichting, bijlage 2).

Controle van:

  • Ernst en duur van de klachten; streefniveau is (vrijwel) geen klachten;
  • Beperkingen in dagelijkse activiteiten; streefniveau is: géén beperking in het dagelijks functioneren;
  • Het gebruik van β-2-mimeticum; streefniveau bij monotherapie is zo nodig en niet vaker dan 2x per week i.v.m. klachten;
  • Reactie op uitlokkende factoren zoals verkoudheid, weersomstandigheden, seizoensinvloeden, logeren elders, aanwezigheid van een huisdier, allergenen en/of passief roken;
  • Het adequaat naleven van niet-medicamenteuze adviezen en het effect daarvan;
  • Inhalatietechniek en therapietrouw, zeker bij geen of onvoldoende effect van de therapie;
  • Bespreking van het beleid bij toename klachten;
  • Roken, zowel actief als passief;
  • School- en beroepskeuze;
  • Bij een nieuwe patiënt van 6 jaar en ouder: longfunctieonderzoek (flow-volumecurve met FVC, FEV1 en reversibiliteit) ter onderbouwing van de diagnose astma;
  • Routinematig longfunctieonderzoek bij elke controlebezoek wordt niet aanbevolen. Wel jaarlijkse controle van flow volumemeting van FVC en FEV1 inclusief reversibiliteit bij ICSgebruik;
  • Geef altijd een schriftelijk behandeladvies, zeker voor de acute situaties;
  • Elke onderhoudsbehandeling vormt een indicatie voor controle-afspraken;
  • Indien het behandeldoel niet behaald wordt, de ICS zo mogelijk stoppen en andere diagnose overwegen en/of patiënt verwijzen voor verdere Dx en Rx.

NB. FeNO wordt niet aanbevolen in de eerstelijn