U bevindt zich hier: Home | Werkafspraken | Transmurale afspraken | Gonartrosis; degeneratieve knieproblemen - RTA ZO Brabant | Diagnostiek in de eerste lijn
Anamnese
In de dagelijkse praktijk wordt gewerkt met een klinische diagnose knie-artrose, indien er sprake is van:
Lichamelijk Onderzoek
NB. het is belangrijk ook de functie van het heupgewricht controleren; met name de endorotatie |
Bij twijfel over de bevindingen bij lichamelijk onderzoek kan de huisarts een fysiotherapeut consulteren en/of kaderhuisarts bewegingsapparaat.
Röntgendiagnostiek
Bij langer bestaande klachten, progressie van de klachten of ter stadiéring van de artrose acht de werkgroep het wenselijk om een Röntgenfoto te laten maken bij patiënten ouder dan 50 jaar, om het beloop van het ziekteproces te kunnen volgen. Belangrijk is daarbij om de radioloog expliciet te vragen minimaal 2 belaste opnames te maken:
De radioloog rapporteert terug:
Met onderaan het verslag van de radioloog een schaal-uitleg en beleidsadvies (wel versus geen verwijzing naar orthopedisch chirurg).
Aanvullend onderzoek
Voor de diagnose knieartrose is laboratoriumonderzoek, echografisch onderzoek en MRI onderzoek niet geïndiceerd.