Overdracht tussen 1e en 2e lijn en verpleeghuis

U bevindt zich hier: Home | Werkafspraken | Transmurale afspraken | Tijdig spreken over het levenseinde - RTA ZO Brabant | Overdracht tussen 1e en 2e lijn en verpleeghuis

Overdracht tussen 1e en 2e lijn en verpleeghuis

Huisarts:

Bij een verwijzing dient in de verwijsbrief (meestal via ZorgDomein) te worden aangegeven welke grenzen aan de behandelingen zijn en door wie en wanneer ze zijn besproken. Indien van toepassing geeft de arts het beleid door aan de CPA (Centrale Post Ambulancevervoer).

Specialist Ouderengeneeskunde:

Bij ontslag:

  • De specialist Ouderengeneeskunde vermeldt in de ontslagbrief naar de huisarts de gemaakte afspraken over niet-reanimeerbeleid en andere grenzen aan de behandeling.

Bij verwijzing naar de 2e lijn:

  • De specialist Ouderengeneeskunde vermeldt in de verwijsbrief de gemaakte afspraken.

Bij de overdracht wordt tevens vermeld door wie, met wie en wanneer de afspraken zijn gemaakt. 
Indien van toepassing geeft de specialist Ouderengeneeskunde het beleid door aan de CPA (Centrale Post Ambulancevervoer).

Medisch specialist:

Bij ontslag:

  • Bij een terugverwijzing naar de huisarts/specialist Ouderengeneeskunde vermeldt de behandelend arts in de ontslagbrief het besproken niet-reanimeerbeleid en andere grenzen aan behandelingen.

Bij (poli)klinische behandeling:

  • Als door de medisch specialist reeds gesprekken zijn gevoerd m.b.t. het levenseinde wordt dit vermeld in de terugrapportagebrief naar de huisarts/specialist Ouderengeneeskunde;
  • Als er afspraken zijn gemaakt worden deze vermeld in de terugrapportagebrief naar de huisarts/specialist Ouderengeneeskunde.

Bij verwijzing naar de 3e lijn:

  • In de verwijsbrief vermeldt de specialist eventuele afspraken rondom niet -reanimeerbeleid en andere grenzen aan de behandelingen. 

In alle situaties wordt tevens vermeld door wie, met wie en wanneer de afspraken zijn gemaakt.
Indien van toepassing geeft de arts het beleid door aan de CPA (Centrale Post Ambulancevervoer).