Enuresis kan worden bepaald door 3 factoren:
- Altijd arrousal probleem: niet wakker worden van aandrang van volle blaas;
- Soms een te klein plasvolume / overactieve blaas;
- Soms nachtelijke polyurie: tekort aan vasopressineproductie ’s nachts.
Afhankelijk van de oorzaak / oorzaken moet de aanpak gekozen worden om falen en teleurstelling te voorkomen. Maak hierbij gebruik van de POH-jeugd of overweeg verwijzing naar de (gespecialiseerd verpleegkundige van de) JGZ, gezien zowel tijdsbelasting, keuze in aanpak, educatieve mogelijkheden als follow-up.
Diagnostiek
- Anamnese (2) en lichamelijk onderzoek (4);
- Plasdagboeken;
- Meting nachtelijke urineproductie;
- Op indicatie: uitsluiten UWI.
Alarmsymptomen
- Aanwijzingen UWI: dipstick (evt verwijzing huisarts). Gezien hoge valspositiviteit van dipstick: bij afwijkende dipstick altijd kweek https://www.nhg.org/standaarden/samenvatting/urineweginfecties
- Aanwijzingen urologische afwijkingen: verwijzen kinderarts;
- Aanwijzingen ontwikkelingsstoornis/-problematiek (zoals ontwikkelingsachterstand, aandachts- en concentratiestoornis, of informatieverwerkingsprobleem): verwijzing POH-jeugd of, indien geen POH-jeugd aanwezig: basis-GGZ;
- Aanwijzingen voor seksueel misbruik / trauma / life-event.
Behandeling
- Altijd educatie en uitleg over arrousalprobleem;
- Op indicatie: bij klein plasvolume en nachtelijke polyurie verdere evaluatie;
- Door huisarts: indien multifactoriële etiologie laagdrempelig evaluatie en begeleiding door POH-jeugd, JGZ of kinderarts. Gezien complexiteit geen verwijzing naar gemeenteloket.
Verwachtingenmanagement
- Uitleg zindelijkheid ontwikkelingsproces dat bij het ene kind trager verloopt dan bij het andere. Normaal is zindelijkheid bereikt tussen 2,5- en 5,5-jarige leeftijd;
- Uitleg belang participatie van het kind: bij onvoldoende intrinsieke motivatie zal elke aanpak van incontinentie en enuresis gezien worden als straf en niet nuttig blijken.
(2) Zie bijlage 2a en b voor voorbeeldvragen
(4) Zie bijlage 4