Beleid bij DVT - Behandeling

U bevindt zich hier: Home | Werkafspraken | Transmurale afspraken | Diep Veneuze Trombose - RTA ZO Brabant | Beleid bij DVT - Behandeling

Beleid bij DVT - Behandeling

Medicamenteuze behandeling

Voor de meeste patiënten met een DVT geldt dat er een (lichte) voorkeur bestaat voor
behandeling met DOAC’s t.o.v. cumarinederivaten. De behandelend arts beoordeelt samen met
de patiënt op basis van gebruik en veiligheidsprofiel de keuze voor een DOAC of voor een
cumarinederivaat. Zie bijlage 1 voor doseringsadviezen.
Zie voor meer informatie de RTA antistolling.

a. DOAC’s

  • Maak in overleg met de patiënt een keuze voor een van de middelen op grond van de nierfunctie; de noodzaak eerst 5 dagen te starten met LMWH-injecties voordat effectief met de DOAC wordt gestart; de noodzaak de dosering aan te passen na 7 of 22 dagen, de doseringsfrequentie (1- of 2 maal daags);
  • Als er tijdelijk geen echodiagnostiek voor handen is, en er is een hoge verdenking DVT en een
    positieve D-dimeer
    • start alvast met antistolling tot diagnostiek mogelijk is. Bij contra-indicatie voor antistolling direct verwijzen naar de SEH.
  • Bepaal de duur van de behandeling:
    • DVT en een tijdelijke risicofactor: 3 maanden behandelen
    • Idiopathische DVT: gedurende tenminste 3 maanden behandelen. Maak na 3 maanden
      een individuele afweging samen met de patiënt tussen bloedingsrisico en het verlagen
      van het recidief tromboserisico middels behandeling voor onbepaalde tijd, en herhaal
      deze afweging jaarlijks.

b. Cumarinederivaten

  • Start dezelfde dag met LMWH injecties subcutaan en een oplaaddosis cumarinederivaat en meld de patiënt aan bij de trombosedienst (TD);
  • Geef LMWH ten minste 5 achtereenvolgende dagen tot INR stabiel is en gedurende 2
    controles > 2.0; op advies van de TD eventueel langer. Beoordeel comedicatie en maak recept voor LMWH voor minimaal 5 dagen; toediening ‘op geleide PT-INR’;
  • Bepaal de duur van de behandeling:
    • DVT en een tijdelijke risicofactor: 3 maanden behandelen TS ZOB maart 2019, INT 2 - 3
    • Idiopathische DVT: gedurende tenminste 3 maanden behandelen. Maak na 3 maanden een individuele afweging samen met de patiënt tussen bloedingsrisico en het verlagen van het recidief tromboserisico middels behandeling voor onbepaalde tijd, en herhaal deze afweging jaarlijks.

Niet medicamenteuze behandeling

  • Start bij oedeem met Struva kous of compressief zwachtelen (b.v. korte rek zwachtels) van het been: tenminste 2 maal per week zwachtelen bij fors oedeem, bij afname oedeem 1 maal per week. Zwachtel dag en nacht laten zitten. Stimuleer de patiënt regelmatig te lopen;
  • Laat therapeutische elastische onderbeenkousen (klasse III = 34-46 mm Hg op enkelniveau) aanmeten zodra er geen oedeem (meer) aanwezig is; de behandelduur evalueren na 6 maanden en zo nodig 2 jaar behandelen.