Het ideale moment waarop besloten wordt te stoppen met sondevoeding is na overleg met alle
behandelende disciplines en de patiënt.
Redenen om te stoppen kunnen zijn:
- orale inname is adequaat, met of zonder aanvullende drinkvoeding (door diëtist beoordeeld);
- patiënt ondervindt te veel last van sonde of sondevoeding;
- indien orale inname onvoldoende is, andere toedieningsweg overwegen;
- sondevoeding wordt niet meer verdragen en/of patiënt wil stoppen in bijvoorbeeld de terminale fase van het leven.
Nazorg
Huisarts:
- Monitoren of behaalde resultaat stand houdt door o.a. het gewichtsverloop te vervolgen.
- Neemt contact op met maag-darm-leverarts om PEG/PEJ te verwijderen.
Diëtist:
- Laat restant materiaal, pomp en toebehoren ophalen door het facilitair bedrijf
- Informeert na 1-2 weken of orale intake nog voldoende is en gewicht indien gewenst stabiel
is
- Vervolgt dieetbehandeling indien orale intake middels eiwit-energierijke voeding of medische
drinkvoeding behaald is en vervangt deze zo mogelijk door normale voedingsmiddelen.
Verpleegkundige:
- Verwijdert neusmaag- of duodenumsonde.
- Maakt afspraken over nazorg.