Transmurale werkafspraak ‘Informatieoverdracht Mammacarcinoom’

U bevindt zich hier: Home | Transmurale werkafspraak ‘Informatieoverdracht Mammacarcinoom’

Transmurale werkafspraak ‘Informatieoverdracht Mammacarcinoom’

Chirurg Bea Lemaire, internist-oncoloog Manon Pepels en huisarts Marion van Arendonk

Informatieoverdracht tussen huisarts en medisch specialist is belangrijk. Dat is een open deur. Dat er bij kanker vaak nóg meer belang wordt gehecht aan een goede communicatie is ook geen nieuws. Met de veranderende en groeiende rol van de huisarts in het achterhoofd, besloot Quartz in 2014 het beleid rond de informatieoverdracht bij de verwijzing, diagnostiek, behandeling en follow-up van patiënten met mammacarcinoom uitgebreid onder de loep te nemen. Het resulteerde eind vorig jaar in een nieuwe transmurale werkafspraak ‘Informatieoverdracht mammacarcinoom’.

Chirurg Bea Lemaire, huisarts Marion van Arendonk en internist-oncoloog Manon Pepels maakten deel uit van de werkgroep die zich onder de vlag van Quartz bezighield met het maken van de nieuwe werkafspraak. Aan Marion van Arendonk allereerst de vraag wat er in het  verleden dan niet goed ging. “Nou, op de eerste plaats gaat er heel veel wél goed. Voor het mammacarcinoom hebben we een uitvoerig zorgpad dat we nu geoptimaliseerd hebben.” Die optimalisatie vond bijvoorbeeld plaats bij de verwijzing. Marion: “Als je op je spreekuur een ongeruste vrouw met een knobbeltje in de borst hebt, ben je snel geneigd om die met spoed door te sturen. Je wilt immers zo snel mogelijk een einde maken aan die ongerustheid. Aan de andere kant is het aantal spoedplaatsen in het ziekenhuis natuurlijk beperkt.” Bea Lemaire onderstreept dat. “Er zit een maximum aan de combinatieafspraken die we op de poli en met de röntgen kunnen maken. Op een bepaald moment loopt dat vol. Als het bevolkingsonderzoek in de omgeving staat, lukt het niet altijd om iedereen binnen de gewenste twee dagen te zien. Soms halen we de vijf dagen niet eens. Of die spoed altijd nodig is? Dat is lastig te zeggen. Uiteindelijk heeft 70 % van de vrouwen die via het bevolkingsonderzoek bij ons komen geen kanker. ”

Sterk of gering?

In de nieuwe werkafspraak is een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de diagnostiekprocedure bij een sterke verdenking op kanker en de procedure bij een geringe verdenking. Bea Lemaire: “Dat moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat we geen patiënten meer op spoedplekken krijgen waarvoor uiteindelijk zelfs geen indicatie is om een foto te maken. Dat is in principe een hele dure, weggegooide plek.”
Een ander aspect in de werkafspraak is de instructie voor het tijdelijk staken van bloedverdunners in verband met een punctie. Wanneer deze niet gestaakt zijn en de patiënt heeft een punctie nodig, dan moet deze uitgesteld worden. Vervelend voor de patiënt die extra terug moet komen en langer op een uitslag moet wachten. Vervelend voor ons omdat een gereserveerde plek niet benut wordt en op een ander moment op korte termijn opnieuw  ingepland moet worden.” De eerste resultaten op dit gebied lijken al zichtbaar. Bea Lemaire: “Klopt. Ik hoor van de verpleegkundigen dat ze het idee hebben dat het wel wat beter gaat. We moeten nog meten en goed evalueren, maar de eerste signalen zijn positief.”

Betrokken blijven

In de transmurale werkafspraak is ook meer duidelijkheid gekomen over de onderlinge communicatie tijdens het behandeltraject. Prettig, zo constateert de huisarts. “Er was soms best wel onduidelijkheid over wie je in bepaalde gevallen moet aanspreken. Moet deze patiënt terug naar de chirurg of naar de oncoloog? Wat verder een verbetering is, is dat er meer uitleg wordt gegeven over de behandeling; wat staat de patiënt te wachten, wanneer begint de chemokuur of de hormoontherapie, welke bijwerkingen mogen we verwachten. Je wilt als huisarts betrokken blijven tijdens de hele cyclus en dat is nu veel beter geborgd.”

Veel overeenkomsten

Belangrijkste doel van de nieuwe werkafspraak is om de communicatie tussen huisartsen en specialisten te optimaliseren. De keuze voor borstkanker als een soort ‘pilot’ is begrijpelijk. Manon Pepels: “Er is een duidelijk zorgpad en er is al erg veel geprotocolleerd rondom het mammacarcinoom. Daarnaast gaat het om relatief veel patiënten dus is er ook direct een mooie kwaliteitswinst te halen.” Zou deze werkafspraak een blauwdruk kunnen vormen voor de afspraken rond andere tumorsoorten? Manon: “Zeker. De protocollen rond diagnose, verwijzing en behandeling tonen veel overeenkomsten. Ik denk dat we hier nu een format hebben neergezet waarin bijvoorbeeld het belang van een goede kwaliteit van verwijzing duidelijk naar voren komt, waar duidelijk is wie aanspreekpunt is en waar de informatieoverdracht meer gestandaardiseerd is. Nu is het zaak om goed te monitoren en om alert te blijven.”

Toekomst

De werkafspraak is duidelijker dan hij ooit was. Daarover zijn de gesprekspartners het roerend eens. Maar daarmee zijn we er nog niet. Om voor elke patiënt vanaf het eerste begin een passend traject in te richten, zal de werkwijze ook daadwerkelijk moeten neerdalen in de praktijk van alledag. De praktijk die aangeeft dat het aantal mammacarcinomen bij een gemiddelde huisarts erg klein is. “Maar dat doet niets af aan het belang van deze nieuwe werkafspraak”, stelt Marion van Arendonk. “Dit is een goede zaak en ik zie het zeker als een voorbeeld voor andere tumorsoorten. De rol van de huisarts verandert als het gaat om kanker. Steeds meer soorten krijgen het verloop van een chronische aandoening, waarbij verschillende dokters langdurig betrokken zijn. Het is goed om dan de communicatie te optimaliseren. We hebben daar nu een mooie stap in gezet.”