U bevindt zich hier: Home | “Er is een kwaliteit van leven en een kwaliteit van sterven”
“Het is belangrijk dat een patiënt op een menswaardige manier afscheid kan nemen van het leven”
“Soms is het beter een beleid te voeren gericht op klachten dan op levensverlenging”
“De wensen en behoeften van patiënten in de palliatieve fase zijn essentieel in de afweging voor een behandeling”
Soms gaan behandelingen bij oncologische patiënten in de laatste levensfase te lang door. De patiënt ondervindt dan wél de nadelen van de therapie, terwijl het hem nauwelijks levensverlenging oplevert. In het Elkerliek ziekenhuis zijn verschillende maatregelen genomen, waardoor specialisten beter kunnen inschatten of doorbehandeling van een palliatieve patiënt zinvol is. Maar het kan nog beter. “Ieder leven verdient een goed stervensproces.”
Landelijk is het een veel besproken onderwerp: behandelen artsen patiënten in de laatste levensfase te lang door? In sommige gevallen wel, vindt oncoloog Manon Pepels. “En door alle medisch-technische mogelijkheden die er tegenwoordig zijn, kúnnen we ook heel lang doorbehandelen. Maar waar het om draait is: levert het de patiënt een wezenlijke levenskwaliteitsverbetering op? Daar moeten we als specialist alert op zijn. Dat betekent; tijdig en eerlijk de gevolgen en de winst van een behandeling bespreekbaar maken. Soms is het beter een beleid te voeren gericht op comfort dan op levensverlenging.”
Door onnodige behandelingen kan een patiënt zich onvoldoende voorbereiden op de dood, vertelt huisarts Ed Zeldenrust. “Dat lijdt tot schrijnende situaties voor de patiënt en zijn naasten en dat willen we veranderen. Als huisarts of specialist moet je dan soms zeggen: we kunnen niets meer doen, bereid je maar voor op het stervensproces. Een moeilijke, maar wel zuivere boodschap. Het is belangrijk dat een patiënt op een menswaardige manier afscheid kan nemen van het leven.” Het Quartz-project ‘Behandeling in relatie tot de kwaliteit van leven van palliatieve oncologische patiënten’ onderzoekt welke mogelijkheden er op dit gebied zijn voor veranderingen en verbeteringen. “Een van onze conclusies is dat er in de oncologiebespreking meer aandacht nodig is voor het effect van een behandeling op de levenskwaliteit van een patiënt”, zegt Femke van Stratum, programmaleider Oncologie. “Om dat op een praktische manier vorm te geven, is het besprekingsformulier aangepast. Zo is de WHO-score toegevoegd waarmee de specialist kan bepalen hoe ziek de patiënt is en welke last hij ervaart. Ook kan de specialist nu aangeven of de opzet van de behandeling curatief of palliatief is.”
De wijzigingen op het formulier helpen de betrokken zorgprofessionals beter na te denken over een goede behandelstrategie. Manon Pepels: “Zo kunnen we beter aansluiten bij de ziektebeleving van een patiënt en hopelijk onnodig lijden voorkomen. Er is een kwaliteit van leven, maar er is ook een kwaliteit van sterven.” Zowel huisartsen als specialisten kunnen nog wel een tandje bijzetten, vindt Ed Zeldenrust. “We moeten de patiënt duidelijker toelichten over de keuzes die hij heeft en hem daarin steunen. Verder zijn de persoonlijke wensen en behoeften van patiënten in de palliatieve fase essentieel in de afweging voor een behandeling. Het is dus van belang dat we onze visies over de patiënt delen en we beter gaan samenwerken.” Femke van Stratum: “We willen huisartsen intensiever gaan betrekken bij de bespreking van palliatieve patiënten. Hoe we dat precies gaan invullen, bekijken we in oktober. De eerste stappen zijn genomen, maar het kan nog beter: voorlopig is er flink wat werk te doen.”