Incontinentie voor urine bij kinderen

U bevindt zich hier: Home | Werkafspraken | Transmurale afspraken | Zindelijkheid bij kinderen - RTA ZO Brabant | Incontinentie voor urine bij kinderen

Incontinentie voor urine bij kinderen

Urine-incontinentie bij kinderen is een frequent voorkomend probleem, al dan niet gecombineerd met comorbiditeit zoals (verdenking op) urineweginfecties en pijnlijk plassen. Een adequate behandeling op de kinderleeftijd kan maatschappelijke en medische problemen op lange termijn voorkomen.
Indien kinderen > 4 jaar nog urineverlies overdag hebben, spreekt men van incontinentie. Bij urineverlies ’s nachts wordt gesproken van enuresis. (1)

Beleid bij incontinentie en enuresis bij kinderen
Bij adequate beoordeling van de klachten is het belangrijk om te beseffen dat zindelijkheid afhankelijk is van meerdere factoren:

  1. Mentale rijpheid en ontwikkeling van het kind;
  2. Motivatie van het kind, en adequate stimulatie en begeleiding door ouders;
  3. Eventuele fysieke problemen, zoals een klein plasvolume door overactieve blaas, urologische afwijkingen, obstipatie (zie elders in deze RTA), functionele afwijkingen zoals bekkenbodemhypertonie en neurologische afwijkingen zoals spina bifida.

Bij anamnese (2) en evaluatie van de incontinentie en enuresis moeten al deze factoren worden beoordeeld. Dit vraagt zowel tijd in gesprek als ook extra informatie over het plasgedrag van kinderen. In de praktijk kan dit worden beoordeeld door het invullen van het zogenaamde “plasdagboek”: een dagboek van minimaal 2 dagen waarin wordt bijgehouden hoeveel en wanneer gedronken en geplast wordt (3).

NB. Bij een combinatie van enuresis én incontinentie / andere plasproblemen overdag moet altijd éérst de incontinentie overdag worden aangepakt, voordat de enuresis adequaat kan worden aangepakt.


Diagnostiek

  • Anamnese (2) en lichamelijk onderzoek (4) ;
  • Op indicatie (koorts, pijn bij plassen, vaak kleine beetjes plassen) uitsluiten urineweginfectie (UWI) d.m.v. dipstick en indien positief: urinekweek;
  • Bij veel drinken (ook ‘s nachts) en veel plassen: uitsluiten diabetes mellitus;
  • Onderzoek naar aanwijzingen voor obstipatie (zie sectie Obstipatie);
  • Gedurende minimaal 2 dagen een plasdagboek (3) laten bijhouden.

Alarmsymptomen

  • Aanwijzingen UWI: dipstick (evt verwijzing huisarts). Gezien hoge vals-positiviteit van dipstick: bij afwijkende dipstick altijd kweek https://www.nhg.org/standaarden/samenvatting/urineweginfecties
  • Aanwijzingen urologische afwijkingen: verwijzen kinderarts;
  • Aanwijzingen ontwikkelingsstoornis/-problematiek (zoals ontwikkelingsachterstand, aandachts- en concentratiestoornis, of informatieverwerkingsprobleem): verwijzing POH-jeugd of, indien geen POH-jeugd aanwezig: basis-GGZ;
  • Aanwijzingen voor seksueel misbruik / trauma / life-event.

Behandeling

Niet-medicamenteus (5),(6):

  • Uitleg normale en afwijkende blaas- en/of bekkenbodemfunctie, psycho-educatie kind en ouders;
  • Informatie verstrekken conform https://www.thuisarts.nl/bedplassen/mijn-kind-heeft-last-van-bedplassen
  • Zo nodig: eerst behandeling van obstipatie / UWI;
  • Instructies t.a.v. drink- / plaspatroon en adviezen om dit patroon te beïnvloeden (5);
  • Eerste controle op korte termijn (2-4 weken), liefst via POH-jeugd / JGZ, vervolgens op geleide van kliniek;
  • Bij onvoldoende effect: herevaluatie problematiek, tevens overwegen:
    • Telefonisch overleg gespecialiseerd verpleegkundige 2e lijn (urotherapie)
    • Verwijzing plaspoli via ZorgDomein voor eenmalige consultatie of overname behandeling

Medicamenteus:
Medicatie voor blaasproblemen is op kinderleeftijd specialistische medicatie, en wordt niet in de 1e lijn voorgeschreven.

Verwachtingenmanagement

  • Uitleg zindelijkheid ontwikkelingsproces dat bij het ene kind trager verloopt dan bij het andere. Normaal is zindelijkheid bereikt tussen 2,5- en 5,5-jarige leeftijd;
  • Uitleg belang participatie van het kind: bij onvoldoende intrinsieke motivatie zal elke aanpak van incontinentie en enuresis gezien worden als straf en niet nuttig blijken.

(1) Zie voor definities bijlage 1
(2) Zie bijlage 2a en b voor voorbeeldvragen
(3) Zie bijlage 3: Plasdagboek
(4) Zie bijlage 4
(5) Zie bijlage 5
(6) Zie bijlage 6